Infrastructuur

Brede School wordt vaak in verband gebracht met het openstellen van schoolgebouwen na de schooluren voor andere organisaties. Ook in Nederland wordt Brede School verbonden met de Multifunctionele Accommodatie, een gebouw gedeeld door verschillende organisaties uit verschillende sectoren, verbonden aan het leven van kinderen en jongeren.

Maar, Brede School is meer dan het delen of openstellen van infrastructuur. Infrastructuur staat ten dienste van het maximaliseren van ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren.  In het referentiekader Brede School, vormt het openstellen en herinrichten van infrastructuur één onderdeel van het verbreden van de leer- en leefomgeving.

“De brede school is geen gebouw, maar een aanpak.” (

)

AGIOn, het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, deed een onderzoek naar de ruimtelijke vertaling van de Brede School (

). In het onderzoek wordt nagegaan wat Brede School als pedagogisch concept betekent voor de gebouwde omgeving. Uit deze studie blijkt dat infrastructuur een belangrijke randvoorwaarde is. Naast infrastructuur, spelen ook de ruimte en de omgeving een belangrijke rol in het creëren van een brede leer- en leefomgeving.

Brede School en de ruimte

Het bredeschoolconcept formuleert een antwoord op een aantal pedagogische ontwikkelingen (zoals talentontwikkeling, competentiegericht leren, verbinden van formeel en informeel leren, …). Daarnaast grijpt men Brede School aan als antwoord op maatschappelijke uitdagingen: tegengaan van sociale ongelijkheid, bevorderen van sociale cohesie, kansen bieden aan leerlingen die van thuisuit minder kansen krijgen, … (

). De krachten tussen verschillende organisaties worden in een Brede School gebundeld. Centraal staat dan ook het leggen van verbindingen en het creëren van een samenwerkingsverband tussen organisaties uit verschillende sectoren. Een Brede School ontplooit zich in een plaats: dat kan één gebouw zijn, maar ook verschillende gebouwen waartussen verbindingen gelegd worden om een (h)echte brede leer- en leefomgeving te creëren. Brede School, in binnen- én buitenland, verweeft het levensecht en levensbreed leren als rode draad doorheen de werking. Dit heeft ook ruimtelijk gevolgen: namelijk het benutten en creëren van levensechte leerplekken binnen en buiten de schoolse omgeving ( ). Het begrip ruimte en omgeving moet dan ook breed geïnterpreteerd worden: school, speelplaats, park, straat, bos, museum, theater …: al deze plekken maken deel uit van de brede leer- en leefomgeving.

“De school als plaats voor onderwijs wordt deels een ‘virtuele plek’, het is een samenraapsel van locaties waar onderwijs kan gegeven worden.’ (RTC coördinator p. 77 in  

).

Infrastructuur als randvoorwaarde

Infrastructuur is een belangrijke randvoorwaarde voor het creëren van een brede leer- en leefomgeving van de Brede School.  Het inrichten van ruimtes, het ontwerpen van gebouwen, … kunnen een meerwaarde zijn voor het leren en leven en kunnen kansen creëren. Maar tegelijkertijd blijft het één element van het bredeschoolverhaal, naast andere randvoorwaarden zoals coördinatie, een gedragen visie, een intersectorale aanpak, middelen en personeel (Claes et al., 2008 in

). 

De ruimte van een Brede School is een belangrijk middel om de ambities van de Brede Scholen te ontplooien en realiseren. In het onderzoek van AGIOn (

) wordt ingegaan op gemeenschappelijke thema’s die bij de ruimtelijke vertaling terugkomen. Het rapport beschrijft verschillende ruimtelijke modellen en thema’s, die met de nodige flexibiliteit geïmplementeerd worden, want de uitvoering wordt immers sterk bepaald door lokale mogelijkheden en accenten.

Meer lezen?

Infrastructuur

Bohez, Hannah & Feys, Sara (2012). In ruimte naar de Brede School. Onderzoek naar de ruimtelijke vertaling van een pedagogisch en maatschappelijk concept. Brussel: AGIOn.

              Het onderzoeksrapport bestaat uit vijf delen. Het eerste deel gaat in op het bredeschoolconcept in binnen- en buitenland. Vervolgens wordt onderzocht hoe de     Brede School ruimtelijk vertaald wordt en welke modellen gebruikt worden. Het derde deel behandelt enkele aspecten die van belang zijn bij het tot stand komen van Brede Scholen, het ontwerpproces staat hierbij centraal. Beheer en exploitatie van gebouwen komt in het vierde deel aan bod. Tot slot worden in het vijfde deel enkele voorstellen geformuleerd op basis van de inzichten uit het onderzoek.

Samenvatting van het rapport: Bohez, Hannah & Feys, Sara (2012). Samenvatting. In ruimte naar de Brede School. Onderzoek naar de ruimtelijke vertaling van een pedagogisch en maatschappelijk concept. Brussel: AGIOn.

Feys, S. and Bohez, H. (2014), Exploring the spatial dimension of the ‘brede school’ or community schools in Flanders, Agency for Infrastructure in Education (AGIOn), Flanders, Belgium. - Artikel voor OECD - Centre for Effective Learning Environments (CELE)

Studulski, F. (2007). Van visie naar vorm. Samen een brede school ontwerpen. Amsterdam: SWP.

Voorbeelden van bredeschoolgebouwen vind je op de website van Scholen Bouwen.

Ruimte

Over inrichting van de publieke ruimte vind je heel wat informatie bij Kind & Samenleving.

Vanderstede, W. (red.). (2007). Kind & Ruimte. Kindgerichte planning van publieke ruimte. Brussel: Kind & Samenleving.

Vaningelgem, F. (red.). (2011). Kind & Ruimte. Speelruimte& planning. Brussel: Kind & Samenleving.