Coördinatie en samenwerking

Brede School wordt gerealiseerd door mensen uit verschillende organisaties. In dit luik staan we stil bij de rol van de coördinator, uit ervaringen van proefprojecten blijkt deze namelijk onontbeerlijk. Brede Scholen zijn immers actief in veranderende contexten, bestaan uit verschillende organisaties die hun krachten bundelen. Om het geheel te organiseren en vorm te geven is een trekker noodzakelijk (

, ).

“Ik denk dat de coördinatie de sturende kracht is om een dergelijk project te realiseren en concretiseren. Er moet iemand zijn die het project in handen pakt, die mensen benadert, die het project bespreekt met hen, die feedback verwerkt en die zorgt dat er een bindmiddel is – een cohesie tussen alle partners – met alle gevoeligheden die er zijn. Als je dat als coördinatie niet in de hand hebt en niet stuwt, is het project volgens mij gedoemd om in de startfase te blijven zitten. Dan geraak je niet veel verder, eventueel een beetje maar dan zakt het toch in elkaar.”

Wie coördineert?

In de praktijk blijkt dat de coördinerende taak vaak in handen ligt van de initiatiefnemende persoon of organisatie. Vaak blijft degene die de dynamiek van Brede School in gang heeft gezet ook nadien de motor die de samenwerking op gang houdt. Maar, dat hoeft uiteraard niet. Doorheen de tijd kan de coördinatiefunctie bijvoorbeeld veranderen van invulling en bijgevolg ook van organisatie die deze taken opneemt.

Uit de impactbevraging blijkt dat een coördinator met tijd (en dus een mandaat) meer kracht heeft om een divers samenwerkingsverband samen te stellen en gemeenschappelijke doelen na te streven. We pleiten voor minimaal een halftijdse opdracht, ingevuld door één persoon. Uiteraard hangt dit ook af van de grootte van het samenwerkingsverband: een Brede School in een groter grondgebied, met een groot aantal partners of een grote complexiteit van ontwikkelingsnoden, heeft baat bij een omvangrijkere coördinatiefunctie. Het kan ook zijn dat, wanneer een Brede School reeds enkele jaren loopt, de coördinatieopdracht wat afgebouwd kan worden omdat partners welbepaalde taken zelf opnemen.

Taken van de coördinator

De Coördinator is de motor en de lijm. Uit de analyse van de proefprojecten blijkt dat een coördinator onontbeerlijk is voor het samenwerkingsverband: coördinatoren omschreven zichzelf als motor en lijm van het samenwerkingsverband.

Spilfiguur, draaischijf, verzamel- en verdeelpunt

Een coördinatie heeft zicht op het geheel, hanteert een helikoptervisie en legt verbindingen.

Doelgerichtheid

De coördinatie heeft ook voor het afstemmen van acties op doelen en op het bewaken van de richting die de Brede School uitgaat.

Samenwerking bevorderen

De coördinatie brengt iedereen samen, heeft aandacht voor de onderlinge sfeer en het geheel van de delen. Het proces krijgt volop de aandacht. Ook praktisch, houdt de coördinator taken, verantwoordelijkheiden, … in de gaten.

Gemeenschappelijk draagvlak en win-winsituatie

Een gemeenschappelijk draagvlak creëren en oog hebben voor ieders noden en belangen bij de samenwerking vertalen zich vaak in het nastreven van een win-winsituatie voor elk van de partners. Denk maar aan een beter bereik van de eigen doelgroep, de eigen doelstellingen mee realiseren, toegang tot infrastructuur, een levensechte leercontext creëren, visieontwikkeling, …

Mensen stimuleren

Zeker bij de start van een Brede School is het belangrijk om ervoor te zorgen dat partners elkaar leren kennen, vertrouwen opbouwen en zin hebben om in de Brede School te investeren. Ook tijdens het proces is het belangrijk dat dit gebeurt.

Voeling houden

De coördinatie houdt ook voeling met de partners en met het veld, met kinderen, jongeren, ouders, buurt, … Wat er leeft en omgaat in een buurt en in de contacten tussen partners bepaalt immers mee de kansen op succes.

Praktische organisatie

Ook de praktische organisatie van vergaderingen, reflecties plannen, aanwezig zijn op activiteiten is een flinke boterham. Maar, dit wil niet zeggen dat een coörinator het manusje-van-alles is, en dit blijkt een evenwichtsoefening te zijn voor coördinatoren.

De plaats van de coördinatie

Tijdens de impactbevraging werd in een kleine studie onderzocht wat het verschil is wanneer de coördinatie opgenomen wordt door een school, dan wel een andere partner (

).

13 van de 17 proefprojecten worden aangestuurd door een school en slecht 4 van de 17 projecten wordt aangestuurd door een niet-schoolse organisatie. Dit hangt uiteraard samen met het feit dat de oproep voor proefprojecten gelanceerd werd vanuit het departement onderwijs. We stellen vast waar de coördinatie zich bevindt, bij een school of bij een andere partnerorganisatie van invloed is op de werking.

Aansturing door een school

Aansturing door een organisatie

Een school centraal

Schooloverstijgend

Doelgroep = leerlingen van de school

Doelgroep = kinderen en jongeren (breder)

Sterke binding tussen school en Brede School: schooleigen doelen

Lossere band tussen school en Brede School

Samenwerking gericht op school

Een gedeeld samenwerkingsverband

Betrokkenheid van de school: minder op vlak van buitenschoolse activiteiten

Buitenschoolse aspecten, Buurtbetrokkenheid, netwerking staan centraal

Aard van de samenwerking: ad hoc, niet structureel ingebed

Samenwerking wordt meer gestructureerd, er wordt geïnvesteerd in het netwerk

Bij projecten die door een school getrokken worden, sluit de werking van de Brede School sterker aan bij wat op school gebeurt. Dit houdt in dat partners aangesproken worden die aansluiten bij het schoolcurriculum, namelijk sport en cultuur. Er wordt ook vaker ingezet op breed leren en versterken, waarbij de Brede School vaak ouders probeert te bereiken. Projecten die door een andere partner getrokken worden investeren meer in het bereiken van een divers en gemeenschappelijk gedragen netwerk. De partners worden meer inhoudelijk betrokken en hebben veel meer inspraak bij de vormgeving van Brede School. Het naschoolse is bij deze projecten vaak belangrijk, daardoor trekken ze ook meer partners aan uit de jeugdsector.

Het is belangrijk om te weten dat de aansturing van de Brede School, afhankelijk van waar de coördinatie zich bevindt, een impact heeft op hoe het samenwerkingsverband vorm krijgt. 

Meer lezen?

Ernalsteen, V., Blaton, L. & Joos, A. (2012). Starten met een Brede School. Stappen en aandachtspunten. Gent: Steunpunt Diversiteit & Leren.

Morreel, E. (2009). Zo coördinatie, zo Brede School? Een verkenning naar de inbedding van de coördinatierol. Gent: Steunpunt Diversiteit & Leren.

Engels, M., Ernalsteen, V., Joos, A. & Lanssens, A. (2007). De coördinatie van een Brede School ... zoals een vis niet zonder water kan. Steunpunt Gelijke Onderwijskansen.