Netwerk Brede School, jongeren & vrije tijd (Antwerpen)

Achtergrondinformatie

In 2005-2006 opteerde de stad Antwerpen ervoor om via een stimuleringsfonds 10 bredeschoolprojecten gedurende drie jaar te ondersteunen. Er werd toen door de onderwijsraad Antwerpen een lokale visietekst ontwikkeld voor Brede School. Daarin werden diverse redenen aangehaald om binnen een bredeschoolcontext te streven naar maximale ontwikkelingskansen.

“Een onderwijs gericht op leren binnen schoolmuren volstaat niet meer en komt ook niet meer tegemoet aan de eisen van de maatschappij” (p.2., visietekst Brede School, onderwijsraad Antwerpen)

Na dit stimuleringsfonds werd in 2009 Brede School opgenomen in de werking van de baobab-schoolprojecten. Het werken aan een brede leer- en leefomgeving, in termen van versnellen en verrijken van leerprocessen van leerlingen staat daarin centraal. Van 2010 tot 2013 werd het netwerk ‘Brede School, jongeren en vrije tijd’ opgestart. Dit project kadert in de proeftuinen Brede School (2008-2012) die gesubsidieerd werden binnen het participatiebeleid voor jeugd. Wettelijke basis is het participatiedecreet (voluit het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport). 

Beschrijving

Aanleiding

Een heel aantal scholen bleken te werken aan een vraaggerichte toeleiding van leerlingen naar het vrijetijdsaanbod en ook aan de organisatie van middagactiviteiten op school. In 2010 werd een lerend netwerk opgestart om informatie uit te wisselen en samen te leren. Scholen en organisaties signaleren immers gelijklopende uitdagingen zoals bijvoorbeeld het bereiken van ouders.

Door actoren uit onderwijs, welzijn, jeugdwerk, sport en cultuur te verenigen, schept het netwerk bovendien kansen om de afstemming tussen vraag en aanbod te verbeteren. (

).

Acties

De scholen en organisaties werden tijdens deze proeftuinperiode begeleid. Er werden verschillende acties opgezet.

Opgelet! We lijsten hier enkele acties op met interessante invalshoeken. Dit is niet het enige dat op die scholen/door de betrokken organisaties georganiseerd wordt en geeft maar een deeltje weer van de werking

Jongeren maken kennis met een divers pallet aan vrijetijdsbesteding

Voorbeeld: speelkelder (de Beeldekens)

In De Beeldekens werd een traject opgezet onder begeleiding van De8 vzw. De jongeren van De Beeldekens kozen ervoor in hun school een speelkelder, waar ze terecht kunnen op vrije momenten, in te richten. Een GOK-leerkracht begeleidde samen met De8 vzw dit traject. Een vast groepje van 5-10 leerlingen werkte een jaar aan de voorbereidingen. De kelder werd ingericht, geschilderd en gedecoreerd door de leerlingen. Samen met de leerkrachten werden duidelijke afspraken gemaakt over wat kan en niet kan in deze ruimte.

Voorbeeld: zoeken naar extra mogelijkheden (Burchtse Weel & Mytyl)

Voor jongeren uit het buitengewoon secundair onderwijs is het helemaal niet evident om deel te nemen aan het vrijetijdsaanbod. Daarom werden fiches opgesteld samen met jongeren, leerkrachten en hun ouders. 20 jongeren stelden fiches op over wie ze zijn, wat hen interesseert m.b.t. vrije tijd en welke ondersteuning ze nodig hebben. Deze fiches werden doorgegeven aan de jeugddienst, Antwerpen sportstad en dienst cultuur van de stad Antwerpen. Zij gingen mee op zoek naar een geschikt aanbod voor de jongeren (op vraag & op maat). De trajecten van een aantal van deze jongeren werden gevolgd en gefilmd. Deze filmpjes tonen hoe – met vallen en opstaan- jongeren (moeizaam) hun weg zoeken naar vrijetijd.

Voorbeeld: samenwerken met diverse organisaties (Sint-Jozef)

Sint-Jozef ging in zee met verschillende organisaties om zo breed mogelijk te mikken. Enkele voorbeelden zijn: Centrum Kauwenberg, Kras jeugdwerk, JES vzw, en El Circo Del’ Fuego. Hierdoor konden heel wat jongeren iets vinden wat hen sterk boeide.

 

Leerlingbegeleidingstrajecten

Leerlingbegeleidingstrajecten worden op elke school opgezet mét aandacht voor participatie van de jongeren zelf.

Leerlingenquêtes

Door middel van enquêtes werden leerlingen bevraagd zodat ze beter op de hoogte geraakten van de wensen en gaf men niet zomaar een aanbod vanuit de school. Daardoor ontstonden soms verrassende, nieuwe initiatieven. Enkele voorbeelden van opmerkelijke activiteiten in de Spectrumschool van Deurne: freerunning, rap en beatbox, schaakclub, techniekclub en zelfs –op vraag van de leerlingen- een huiswerkklas.

Dans

Begeleiding van een meisjesdansgroep in de 1e en in de 2e graad van het Leonardo Lyceum SITO5 door JES vzw op woensdagen en vrijdagen. Vanaf de paasvakantie nam een leerlinge van het 5e jaar (onthaal en PR) de organisatie en begeleiding van de dansgroep over.

Spectrumtube (Spectrumschool Deurne)

Jongeren brengen zelf in beeld waar ze mee bezig zijn. Ze geven een inkijk in hun leefwereld. Een mooi voorbeeld is de film “Spectrum- A day in the life” . Ook geven ze medeleerlingen extra houvast om aan vrije tijd te doen door bv. de stappen te filmen om een sportpas te bemachtigen of de weg in beeld te brengen naar het dichtstbij zijnde fitnesscentrum. De filmpjes zijn vrij toegankelijk, je vindt ze op YouTube.

Organisaties maken kennis met elkaar & eigen werking

Het netwerk kwam op geregelde tijdstippen samen. Dit gebeurde steeds op verschillende locaties zodat naast de uitwisseling en het bespreken van volgende stappen ook een betere kennismaking kon gebeuren van de ontvangende organisatie/school.

Voorbeeld: We organiseerden een inspiratiedag rond brede school op 23 mei 2013 waarop iedereen werd uitgenodigd die met onderwijs te maken had. Diverse leerkrachten, beleidsmedewerkers en begeleiders allerhande participeerden. Ze kregen een blik op de activiteiten, groei en samenwerkingsverbanden. Tevens gingen ze in gesprek met andere deelnemers. Op volgende kaart "Scholen in't stad gaan breed!" vind je enkele uitspraken en een overzicht van de activiteiten.

 

 

Stand van zaken: Algemeen onderwijsbeleid Antwerpen

Op dit moment organiseren we vanuit algemeen onderwijsbeleid Antwerpen een maandelijks overleg met de verschillende sectoren (jeugd, sport, cultuur & onderwijs). Op die manier streven we naar kwalitatief sterkere samenwerking vanuit de brede school gedachte. Tevens zoeken we manieren om scholen en organisaties optimaal te steunen bij de realisatie hiervan. Recent werd de visie vanuit onderwijs vertaald in een nieuwe visietekst.

Successen en knelpunten

Vanuit de eindevaluatie werden volgende successen en knelpunten onderscheiden. Het algemeen onderwijsbeleid Antwerpen deelt deze graag met anderen.

Successen:

  • De uitwisseling tussen scholen onderling en tussen scholen met partners, werpt overduidelijk vruchten af. Niet alleen delen ze expertise, instrumenten, bekommernissen, enz., er worden ook echt ‘muren afgebroken’. Binnen de gesloten kring van dit netwerk, viel het ons ongelooflijk op hoe het ‘vingerwijzen’ dat we in onze job zo vaak zien – het onbegrip en de verwijten van de ene sector naar de andere – gaandeweg omsloeg naar een gedeelde inzet voor een gedeeld belang: de jongeren waar men mee werkt. Samenwerking blijft vaak moeilijk en organisatieculturen spelen nog altijd een grote rol,  maar er zijn belangrijke stappen gezet.
  • De betrokken jongeren hebben kunnen proeven van een aanbod dat de gemiddelde leerling niet kent.
  • De problematiek van de deelname van jongeren met een beperking aan het vrijetijdsaanbod is op de kaart gezet. Vanuit een bottom- up werking hebben we heel wat partners en stadsbedrijven ter verantwoording geroepen. Een lang proces maar de start is genomen.
  • Een aantal ‘tools die werken’ kwamen aan de oppervlakte of werden ontwikkeld: algemene methodieken, maar ook praktische tips voor scholen & samenwerkingsverbanden.
  • Dit project heeft een belangrijke aanzet betekent voor de integrale werking rond brede school in Antwerpen. Het draagvlak om (samen) te werken rond het concept brede school is verbreed, zowel op lokaal als op beleidsniveau. Zo is ook de aandacht voor brede school in het nieuwe bestuursakkoord aanzienlijk gegroeid. We hopen en denken dat dit sterke opportuniteiten biedt voor de bredeschoolwerking in Antwerpen in de toekomst.
  • We worden vandaag veel meer aangesproken door andere partners en (stads)bedrijven in onze expertise m.b.t. brede school (bv. door stadsontwikkeling (AG Vespa) in nieuwbouwprojecten & door een buurtregisseur in de opstart van een lokaal netwerk voor Europark Linkeroever, waar onderwijs een belangrijk pijnpunt vormt).
  • Het concept brede school lichten we nu structureel toe in alle lerarenopleidingen in Antwerpen, vanuit onze ervaringen binnen de bredeschoolprojecten.

Knelpunten:

  • Communicatie: er is en blijft een overaanbod in communicatie rond vrije tijd. Grootstedelijkheid betekent ook een wirwar aan partners en aanbod. Hoe kunnen organisaties aanbod beheersbaar overbrengen naar scholen? Het antwoord ligt volgens ons in een lokale aanpak: geen stadsbrede databanken of brochures, maar buurtgericht en op maat. We zijn erg teleurgesteld in het afhaken van Platform Mediawijsheid omdat we hun digitale map als een uitgelezen kans zagen om zulke lokale communicatie te testen.
  • Tijd. Zowel op de scholen als in de organisaties gaan enthousiastelingen gebukt onder een chronisch gebrek aan tijd. Er is nood aan vaste mandaten om samenwerking tussen scholen en partners duurzaam uit te bouwen.
  • Perceptie: de ene school is de andere niet. Ondanks telkens terugkomende drempels als tijdgebrek, ruimtegebrek en de moeilijke afstemming tussen school en partners, zie je een duidelijk verschil tussen scholen die ‘de brede school’ verankeren in hun schoolwerking en scholen die dit niet doen. Waar het concept brede school gegrond is, ziet het schoolteam de samenwerking met partners niet zozeer als een belastende “extra”, dan wel als een investering die in dienst staat van het pedagogisch project van de school. Vaak erg intensief, maar wél essentieel en ontegensprekelijk waardevol. Anderzijds zijn er scholen die ‘brede school’ percipiëren als een extra waar je rond kunt werken als er tijd is. Verminderde SES- uren, een slechte doorlichting… zullen hier veel sneller het einde van de brede werking betekenen. Vaak hangt dit sterk samen met de waarde die de directie aan de brede school geeft en de mandaten die leerkrachten krijgen om zich er voor in te zetten.
  • Aanbod en aandacht voor kinderen en jongeren met een beperking is en blijft een knelpunt, pijnlijk maar helaas een onpopulaire queeste waarvoor je moeilijk zieltjes wint.
  • Waardering: zowel vanuit de inspectie naar de scholen toe als vanuit directie naar leerkrachten toe, als vanuit een team naar een ondernemende leerkracht… inzet moet beloond worden. Het belang van alles wat buiten de klas gebeurt, wordt nog veel te vaak niet gezien of onderschat.
  • Gemeenschappelijk belang: het ‘zien’ van de nood aan gebundelde krachten, over de muren van verschillende organisatieculturen heen, verder kijken dan de organisatie- of schooleigen missie en denken en handelen in functie van de betrokken jongeren is vaak nog geen gegeven.
  • Duurzaamheid: de bredeschoolwerking is vaak erg fragiel door verloop in personeel, wisselende middelen, … wat frustrerend is voor de mensen die er hun schouders onder zetten.