Infrastructuur delen in de Brede School

Infrastructuur en ruimte vormen een belangrijke randvoorwaarde voor het creëren van een brede leer- en leefomgeving in een Brede School (Bohez & Feys, 2012 Bohez, Hannah & Feys, Sara (2012). In ruimte naar de Brede School. Onderzoek naar de ruimtelijke vertaling van een pedagogisch en maatschappelijk concept. Brussel: AGIOn. ). In deze infofiche gaan we in op het delen van infrastructuur. Wanneer organisaties samenwerken in een netwerk, vormt ruimte delen immers een belangrijk aspect. Uit de opvolging van de proefprojecten 2006-2009 (Joos, Ernalsteen, Engels & Morreel, 2010a Joos, A., Ernalsteen, V., Engels, M., Morreel, E. (2010a). Eindrapport brede school. Verslaggeving en aanbevelingen na drie jaar proefprojecten brede school in Vlaanderen en Brussel. Gent: Steunpunt Gelijke Onderwijskansen/Steunpunt Diversiteit & Leren. ) bleek dat er een aantal praktische belemmeringen zijn voor de ontwikkeling van Brede School. Maar uit de concrete werking van de Brede Scholen blijk tegelijkertijd dat het oude devies “waar een wil is, is een weg” gehanteerd wordt. Een van respondenten formuleerde het als volgt:

“Er is goodwill langs alle kanten, en met goodwill kan je de regels interpreteren. Alle regels zijn voor interpretatie vatbaar, en dan kun je die wel zo stellen dat je elkaar vindt.”

Het vinden van een oplossing voor praktische belemmeringen vergt tijd, energie en flexibiliteit van de betrokken partners. Maar daarnaast is ook wederzijds vertrouwen cruciaal, en dat vertrouwen groeit naarmate de samenwerking duurzamer wordt. Ook uit de bevraging over verzekeringen in de Brede School, die in maart/april 2012 door het Steunpunt Diversiteit & Leren werd uitgevoerd, blijkt dat er in praktijk naar oplossingen gezocht wordt voor concrete problemen/uitdagingen die zich voordoen binnen het samenwerkingsverband Brede School.

Delen van infrastructuur: goede afspraken, goede vrienden

Vele potentiële partners houden de Brede School af vanuit de gedachte dat de Brede School staat voor het delen van infrastructuur. En al is dat uiteraard één van de vele mogelijkheden, het is zelden het volledige verhaal. Dat neemt niet weg dat er vele angsten en onduidelijkheden bestaan over het ter beschikking stellen van de eigen infrastructuur aan derden en af en toe loopt er ook iets fout.

Een bredeschoolcoördinator aan het woord: ‘Er zijn natuurlijk praktische pijnpunten. Dat wordt ook al zo vaak verwoord: alarm moet opgezet worden, alarm gaat verkeerdelijk af... Je maakt heel goede afspraken maar door omstandigheden lopen er soms dingen anders. Dat is geen kwade wil en het is niet dat het vandalisme vergroot is,…Het zijn praktische ongemakken maar zonder slechte wil. Je weet dat zoiets kan gebeuren.’

Er bestaat geen toverformule om hier een antwoord op te bieden. Uit de ervaringen binnen de proefprojecten, en daarbuiten, blijkt dat er diverse mogelijkheden zijn om met de moeilijkheden om te gaan die het delen van infrastructuur met zich meebrengt. Zoals wie heeft een sleutel, hoe wordt afgesloten, wie ruimt op, wie is verantwoordelijk voor materialen, hoe wordt eventuele schade vergoed, etc. Tussen betrokken partners worden best expliciete afspraken gemaakt en bij voorkeur op papier gezet.

In het rapport van Bohez & Feys, 2012 Bohez, Hannah & Feys, Sara (2012). In ruimte naar de Brede School. Onderzoek naar de ruimtelijke vertaling van een pedagogisch en maatschappelijk concept. Brussel: AGIOn. en het eindrapport Brede School (Joos, Ernalsteen, Engels & Morreel, 2010a Joos, A., Ernalsteen, V., Engels, M., Morreel, E. (2010a). Eindrapport brede school. Verslaggeving en aanbevelingen na drie jaar proefprojecten brede school in Vlaanderen en Brussel. Gent: Steunpunt Gelijke Onderwijskansen/Steunpunt Diversiteit & Leren. ) vindt u een aantal concrete overeenkomsten voor het delen van gebouwen.

Verzekeringen en de Brede School

 Het project „Brede School‟ streeft naar een maximale ontwikkeling van alle kinderen door het uitbouwen van een brede leer- en leefomgeving. Door de samenwerking van partners uit verschillende sectoren, ondermeer scholen, sport- en culturele organisaties, lokale overheden, bibliotheken en bejaardentehuizen, wordt een gedifferentieerd aanbod van activiteiten gecreëerd. Aangezien ieder “brede school–project” verschillend is, is het niet mogelijk om eenzelfde verzekering – ongeacht of die nu individueel dan wel collectief is - voorop te stellen die alle mogelijke gevallen dekt die zich zouden kunnen voordoen. Er moet immers naar een oplossing “op maat” gezocht worden die beantwoordt aan de werkelijke behoeften van ieder project (Assuralia, 2012 Assuralia (2012). Memo Brede School. 23 mei 2012. Memo opgesteld op vraag van de Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel. ).

Het openstellen van infrastructuur, maar ook het werken met derden, zoals ouders en vrijwilligers, roept nogal eens vragen op aangaande burgerlijke aansprakelijkheid. Wie is bijvoorbeeld verantwoordelijk als enkele ouders tijdens de schooluren voor transport van de kinderen zorgen naar de kinderboerderij? Of wanneer kinderen die in de buitenschoolse opvang verblijven deelnemen aan een sportwedstrijd?

De memo van Assuralia behandelt een aantal belangrijke aandachtspunten en risico’s: op vlak van openstellen van ruimtes, maar ook op vlak van samenwerking met derden. De memo is geschreven vanuit scholen, maar de kernboodschap is: leg polissen naast elkaar en bekijk of de acties gedekt zijn en of er eventueel bijkomende maatregelen genomen moeten worden.

Meer Info

Assuralia, Memo Brede School, 23 mei 2012

Assuralia bundelde in deze memo enkele belangrijke aandachtspunten voor het delen van schoolinfrastructuur. Achteraan in de memo vindt u een checklist waarin diverse risico’s opgenomen zijn.

Bohez, H. & Feys, S. (2012). In ruimte naar de Brede School. Onderzoek naar de ruimtelijke vertaling van een pedagogisch en maatschappelijk concept. Brussel: AGIOn.

In dit rapport wordt ingegaan om de ruimtelijke vertaling van Brede School. In hoofdstuk vier wordt ingegaan op het beheer en exploitatie van een Brede School. Er wordt uitgebreid ingegaan op verschillende organisatorische aspecten met betrekking tot het openstellen van (school)gebouwen. Dit hoofdstuk bevat heel wat voorbeelden van het openstellen van sportinfrastructuur, lokalen en speelplaatsen.

Joos, A., Ernalsteen, V., Engels, M. & Morreel, E. (2010). Eindrapport Brede School. Verslaggeving en aanbevelingen na drie jaar proefprojecten Brede School in Vlaanderen en Brussel. Gent: Steunpunt Diversiteit & Leren/Steunpunt Gelijke Onderwijskansen.

In dit eindrapport wordt in het luik “Hoe werkt een Brede School” in hoofdstuk D. Praktische belemmeringen in de ontwikkeling van Brede School: ‘waar een wil is, is een weg’, ingegaan op het delen van infrastructuur.

 

Interessant, in Antwerpen: Sleuteldragers - een tewerkstellingsproject om bestaande infrastructuur gemakkelijk te delen door sleuteldragers die locaties openen en afsluiten. Meer info: zie link.

(februari 2014, aanvulling in 2015)