Proefprojecten: 3 jaar later

In 2012 bevroeg het Steunpunt Diversiteit & Leren de voormalige proefprojecten Brede School (2006-2009). In een semi-gestructureerd interview werden de coördinatoren of medewerkers op de hoogte van de bredeschoolontwikkelingen na stopzetten van de projectsubsidie (in 2009) geïnterviewd. In het gesprek werd ingegaan op de ontwikkelingen van het proefproject na het aflopen van de subsidieperiode. We behandelden de ontwikkelingen van het samenwerkingsverband: samenstelling, coördinatie, doel en inhoud van de Brede School, financiering en visie. Het doel was te achterhalen hoe de werking verder gezet werd, wat de belangrijkste veranderingen waren, op welke wijze verder gewerkt werd en wat uitdagingen zijn van projecten die langer lopen. In de proefprojecten waren vooral projecten betrokken waarbij een school de coördinatie verzorgde, in deze rapportering ligt het accent dan ook vaak op de scholen.

Bredeschoolprojecten continueren

Drie jaar later, op bezoek bij de bredeschoolprojecten. De samenwerkingsverbanden blijven bestaan, maar werken op verschillende snelheden.  Een aantal Brede Scholen zet verder in op het verdiepen en kwalitatiever uitwerken van de netwerken, een aantal continueert en een aantal plooit terug op activiteiten en samenwerkingen die relatief eenvoudig te continueren zijn.

Brede School = waardevol

Alle bevraagden geven aan dat Brede School zeer waardevol is voor het maximaliseren van ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren. Dit blijft dan ook centraal te staan. Een school is geen eiland in de samenleving en ook tussen andere sectoren dan onderwijs moeten muren gesloopt worden.

“We kunnen als school maatschappelijk slechts een rol spelen indien we ons profileren als een open onderwijscentrum. We bieden ruimte aan diverse sociale en culturele organisaties. Belangrijk is de uitwisseling met de buurt. Uit samenwerking met verenigingen groeit synergie.”

Het werken in een Brede School heeft ook een positief effect op de betrokken organisaties, dit bleek ook al uit de impactbevraging (zie:

)

“De Brede School heeft een positieve uitstraling op de bibliotheek en de omgeving. Er zijn ook meer mogelijkheden voor kinderen. Meer kansen geven, dat staat centraal.”

“We hebben heel sterk het gevoel dat we werken aan welbevinden op school, maar ook zelf een beter imago krijgen in de buurt. Maar, het kan wel altijd beter”.

Maximaliseren van ontwikkelingskansen

Dit blijft het algemene doel van de verschillende Brede Scholen. Doorheen de jaren worden andere accenten gelegd of treden andere aspecten op de voorgrond. Talentontwikkeling en plezier komt bij 7 Brede Scholen nog steeds sterk aan bod.

We willen als Brede School, vanuit een breed samenwerkingsverband, werken aan gelijke kansen voor kansarme gezinnen, kansen voor een brede ontwikkeling. Dat betekent dat men de basisvaardigheden, sociale competenties, culturele participatie en kansen op motorische en creatieve ontwikkeling van deze kinderen wil stimuleren via een gezamenlijk programma."

Werken aan een brede leer- en leefomgeving

Inhoudelijk wordt de werking geëvalueerd, bijgestuurd, worden doelen geherformuleerd … Dit hangt ook samen met partners die zich aansluiten of juist terugtrekken uit het samenwerkingsverband, financiële middelen die voor handen zijn, het kunnen inzetten van uren, …  Heel wat activiteiten die blijvend georganiseerd worden situeren zich op het vlak van verbreden en versterken, maar ook wordt ingezet op de kwaliteit van het aanbod. In enkele projecten wordt ook expliciet aandacht besteed aan breed leren.

Breed netwerk

De organisatie en samenstelling van de samenwerkingsverbanden Brede School evolueert. Dit hangt samen met partners, coördinatoren, … Een nieuwe coördinator kan voor een heel nieuwe dynamiek zorgen, maar maakt ook dat er een overgangsfase is: de nieuwe coördinator moet zich in werken in de werking. Herkenbaarheid van de coördinator blijkt een sterkte bij samenwerkingsverbanden. Het investeren in het leggen van contacten, de persoonlijke touch van de coördinator, ... blijkt een sleutel tot samenwerking.

Financiering

De 17 proefprojecten ontvingen gedurende drie jaar projectsubsidies. Eigen aan subsidies is de verwachting dat het project verzelfstandigd wordt en in de bestaande structuren ingebouwd wordt zodat de werking verder gezet kan worden. We stellen vast dat na het wegvallen van projectsubsidies verschillende oplossingen zijn. Een aantal proefprojecten, waarvoor een coördinator via andere middelen voorzien waren, lopen verder. Zij waren immers niet afhankelijk van externe middelen voor het aanstellen van een coördinator. Een aantal Brede Scholen stelden zelf middelen of uren ter beschikking voor de coördinatie. En daarnaast zijn er Brede Scholen die beroep deden op nieuwe subsidiemogelijkheden.  Die nieuwe stroom van middelen zorgt vaak voor ook een inhoudelijke boost en dynamiek. Tot slot stellen we vast dat een aantal Brede Scholen proberen te continueren (zonder echte coördinatiefunctie), maar dat is niet evident en de bestaande werking dreigt weg te deemsteren.

Samenvattend

De geïnterviewden geven aan dat ze duidelijk effecten merken van het samenwerkingsverband. Leerkrachten ontdekken talenten van kinderen en jongeren en worden zelf versterkt in hun handelen. De school ervaart dat ze positiever gekend wordt in de buurt, dat de sfeer beter is en dat kinderen en jongeren profiteren van het brede aanbod van activiteiten die georganiseerd worden. Het welbevinden, maar ook zelfbeeld van deze kinderen en jongeren verbetert. Door het aanbod binnen de Brede School worden drempels verlaagd, verschillende doelgroepen krijgen meer kansen om te participeren aan vrije tijd, en het leren (binnen & buiten de school) wordt versterkt en verbreed. En dat is tenslotte het doel van het samenwerkingsverband Brede School.